306
25 SEPTEMBER 1940.
loon aan al degenen, die zich bijzonder verdienstelijk hebben
gemaakt. Degenen, van wie men kan zeggen, dat hetgeen
zij gedaan hebben tot hun normale taak behoort, krijgen
een dankbetuiging.
De heer VAN GASTEL is van meening, dat een
schriftelijke dankbetuiging of een gedenkpenning voor
hoofden van dienst van meer beteekenis zal zijn dan een
gratificatie.
De heer SPOELDER heeft de rapporten van de hoofden
van dienst niet gezien, waarin zij de ambtenaren en werk
lieden opgeven, die voor een gratificatie in aanmerking
komen, doch hij begrijpt wel, dat die hoofden van dienst
daarin zichzelf niet zullen hebben vermeld. Spr. weet
toevallig, dat de Directeur der Lichtbedrijven en Water
leiding in de dagen na de evacuatie arbeiderswerk heeft
verricht om de bedrijven zoo spoedig mogelijk weer op
gang te krijgen.
De VOORZITTER zegt, dat de betrokken hoofden van
dienst inderdaad zichzelf niet hebben voorgedragen voor
een gratificatie. Burgemeester en Wethouders weten evenwel,
dat zij zich buitengewoon hebben onderscheiden. Het
College heeft daarom gemeend, hen voor een geldelijke
belooning te moeten voordragen. Men kan natuurlijk over
den aard van het blijk van waardeering van meening
verschillen.
Spr. zal nu het voorstel van den heer Van der Werf,
om de hoofden van dienst af te voeren van de lijst van
hen, die voor een gratificatie in aanmerking komen, in
stemming brengen.
Het voorstel van den heer Van der Werf
wordt daarop in stemming gebracht en aange
nomen met 21 tegen 6 stemmen.