25 SEPTEMBER 1940.
307
Voor: de heeren K o o ij m a n, P 1 e ij t e, M e ij v i s,
Van Gastel. Mabelis, Van Houten, Leeman,
Van der Werf, Beukers, Cohen, Van Oos
terhout, Laureij, Brantjes, Van Arendonk,
Me ijs, Winkelhage, Crul, Heer, Kamphuis,
Loonen en Jonker.
Tegen: de heeren Kroon e. Van den Wijngaard,
Elich, Spoelde r, Van Mierlo en Struiken.
De VOORZITTER zegt, dat gezien den uitslag van
deze stemming den hoofden van dienst, die in het
voorstel van Burgemeester en Wethouders worden genoemd,
schriftelijk dank zal worden betuigd voor hetgeen zij in de
dagen na de evacuatie van Breda verricht hebben om hun
bedrijf of tak van dienst zoo spoedig mogelijk weer
normaal te doen functioneeren.
Wethouder VAN MIERLO verklaart, nu het zóó geloopen
is, zich er niet mede te kunnen vereenigen, dat Burgemeester
en Wethouders het voorstel van den heer Cohen over
nemen om aan de werklieden evenals aan de ambtenaren
twee weken loon als gratificatie uit te betalen.
Wethouder STRUIKEN kan zich bij die egalisatie neer
leggen nu de norm van belooning naar ieders bijzondere
verantwoordelijkheid en initiatief toch is prijsgegeven,
hetgeen hij overigens betreurt.
Het nader voorstel van Burgemeester en Wethouders,
om aan de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren
en werklieden respectievelijk een halve maand salaris en
twee weken loon als gratificatie uit te keeren, wordt daarop
zonder hoofdelijke stemming aangenomen,
48. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
wijziging van de salarisregeling voor de ambtenaren der
gemeente Breda (Bijlagen 1940, no. 156).