314 25 SEPTEMBER 1940. zwemsport bij gemengd zwemmen het minst tot hun recht komen. Daarbij kan gemengd zwemmen, vooral in een beperkte ruimte, zedelijke bezwaren met zich mede brengen. Dan wil ik nog wijzen op de consequentie, die aan het inwilligen van het verzoek verbonden is. Als men dit aan de beter-gesitueerden toestaat, kan men het den anderen groepen der bevolking niet weigeren. Zedelijke volksge zondheid is een groote schat, ook voor de bevolking van Breda, dewelke wij met kracht moeten voorstaan. Bij gelegenheden van wedstrijden en demonstraties kunnen Burgemeester en Wethouders, wat zij tot heden ook gedaan hebben, ontheffing verleenen. Verder zou ik niet willen gaan. Dit is mijn standpunt, Mijnheer de Voorzitter. De heer HEER zal zich ook niet op principieel terrein begeven zijn standpunt in deze mag worden verondersteld voldoende bekend te zijn. Spr. acht dit voorstel van zoo geringe beteekenis, dat er zijns inziens geen bezwaar tegen kan zijn, aan het verzoek van de N.V. Sportfondsenbad te voldoen, te meer daar hierbij ficiancieele belangen van de N.V. op het spel staan. De heer MABELIS wijst er op, dat de desbetreffende bepaling der A.P.V. indertijd door den Raad is ingesteld. Krachtens die bepaling kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing verleenen. Spr. meent, dat er niets veranderd behoeft te worden. De VOORZITTER merkt op, dat het Sportfondsenbad er indertijd zelf toe is overgegaan het familiebad af te schaffen om een zekeren tegenstand te overwinnen. Daar naast heeft het een laag tarief ingevoerd. Beide maatregelen zijn jarenlang gehandhaafd zonder eenig resultaat. Het bezoek liep zelfs steeds meer terug. Nadat nu in Nijmegen het gemengd zwemmen weer is toegestaan, is het bezoek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 314