25 SEPTEMBER 1940.
317
de speciale gevallen, waarin ontheffing mogelijk is, worden
genoemd.
De heer MEIJS gelooft, dat de vermindering van het
aantal bezoekers van het Sportfondsenbad ergens anders
in moet worden gezocht dan in het verbod van gemengd
zwemmen. Gedurende de zomermaanden is het water niet
verwarmd vermoedelijk is daarin de oorzaak van het ver
minderde bezoek gelegen.
De VOORZITTER zegt, dat het College van Burge
meester en Wethouders thans voldoende het gevoelen van
den Raad kent.
Hiermede zijn de besprekingen omtrent deze
aangelegenheid geëindigd.
58. De VOORZITTER brengt daarop ter tafel een
nagekomen voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
beschikbaarstelling van een crediet, groot f 230. voor
het aanbieden van een bronzen plaquette aan de stad
Antwerpen als aandenken aan de evacuatie van de stad
Breda en uit dankbaarheid voor haar goede zorgen, aan
de geëvacueerden gewijd.
De heer KAMPHUIS wijst er op, dat ook door den
Nederlandschen Consul in Brugge buitengewoon veel voor
de geëvacueerden is gedaan. Spr. zou ook hem een tastbaar
bewijs van erkentelijkheid willen doen toekomen.
De VOORZITTER zegt, dat dit reeds is gebeurd. De
bedoelde consul is in bijzondere mate geëeid; hem is o.a.
een evacuatie-penning aangeboden.
De heer HEER dacht, dat ook het Gemeentebestuur van
Brugge op bijzondere wijze geëerd zou worden.