16 JANUARI 1940. 31 onjuist principe, dat slechts een redactioneele slordigheid blijkt te zijn. Zonder verdere bedenkingen wordt hierna conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verleenen van crediet in verband met herscholing van werklooze arbeiders (Bijlagen 1940, no. 11). Wordt conform besloten. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging van de begrootingen van het Gas-, het Electri- citeits-, het Waterleiding-, en het Radiodistributiefcedrijf, alsmede van de gemeente-begrooting, alle voor het dienst jaar 1939. Wordt conform besloten. 29. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende het formulier van een gebed, dat bij den aanvang van de raadsvergaderingen ware uit te spreken (Bijlagen 1940, no. 2). De heer HEER zegt het volgende: Het heeft weinig zin, en het zou van weinig tactisch vermogen getuigen, wanneer over dit punt een debat werd uitgelokt. Ik zie mij echter genoodzaakt, namens de S. D. Raadsfractie een verklaring af te leggen, teneinde ons standpunt t.o.v. het gebed in de raadzaal te verduidelijken. De Raad is een openbaar lichaam, waarin ieder burger, die aan de door de wet te stellen eischen voldoet, zitting kan nemen. De publieke tribune is toegankelijk voor allen. Dit houdt de mogelijkheid in, dat er raadsleden of bezoe kers der publieke tribune zijn, die tegen het uitspreken van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 31