25 SEPTEMBER 1940. 321 verbleef, heeft inderdaad aldaar getracht de gelden, die toen nog in zijn bezit waren, bij den Burgemeester van die gemeente in bewaring te geven, omdat ze daar veiliger waren dan in een woning, waar zeer vele geëvacueerden waren ondergebracht. De Burgemeester heeft echter niet aan dit verzoek voldaan, doch wilde het geld wel ontvangen indien zijn gemeente gebrek aan kasgeld zou krijgen. Rondvraag. 1. De heer MEIJVIS merkt op, dat de levensbehoeften steeds duurder worden. Ook de prijs van de cokes is van gemeentewege met 10 ct. per H. L. opgeslagen. Spr. zou Burgemeester en Wethouders willen verzoeken, de prijs- verhooging der eerste levensbehoeften zooveel als in hun vermogen is te willen remmen. Wethouder STRUIKEN antwoordt, dat ten opzichte van de cokes onlangs de winterprijs is ingegaan. De thans geldende prijs is de gewone winterprijs. Hoewel de cokes productie duurder is geworden, zijn Burgemeester en Wet houders niet verder gegaan. De VOORZITTER zegt, dat hier tegen onredelijke prijsverhooging van de levensbehoeften zooveel mogelijk wordt gewaakt. Ten aanzien van het vleesch, bij voorbeeld, wordt voorloopig vastgehouden aan de prijzen, welke de slagers hebben opgegeven, getoetst aan de door de Over heid vastgestelde maximum-prijzen. De prijzen van andere levensbehoeften gaan vaak met het seizoen op en neer. In elk geval wordt voortdurend het oog op die prijzen ge houden. Spr. zal nog eens nagaan, hoeveel de prijzen der eerste levensbehoeften in den laatsten tijd zijn gestegen. Tot verhooging van salarissen en steunnormen kan echter niet worden overgegaan. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat het zóó is gesteld,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 321