322 25 SEPTEMBER 1940. dat velen graag hooge prijzen betalen, als zij de waren maar kunnen krijgen. Onder die omstandigheden is het zeer moelijk, prijsverhooging tegen te gaan. De heer MEIJVIS geeft toe, dat op die manier prijs verhooging in de hand wordt gewerkt. Het heeft tot gevolg, dat de minst-draagkrachtigen de grootste offers moeten brengen. Spr. vreest, dat voor velen van hen de offers te groot zullen worden. Hij verzoekt Burgemeester en Wethouders daarom een rem op de prijsopdrijving te zetten. De VOORZITTER antwoordt, dat, als men van een abnormale prijsverhooging te bevoegder plaatse kennis geeft, daaraan aandacht wordt geschonken. Bovendien worden bijna alle eerste levensbehoeften gedistribueerd; er bestaat dus geen gevaar voor, dat men alles slechts kan krijgen, als men er hooge prijzen voor betaalt. Wethouder STRUIKEN wijst er op, dat men voorzichtig moet zijn met de beoordeeling van prijsverhoogingen. Bij het vleesch heeft men deze merkwaardige situatie, dat de kostprijs van het vleesch duurder is geworden, doordat ten gevolge van de distributie de omzet geringer is, terwijl de slager geen personeel mag ontslaan, dat daardoor over bodig is geworden, en ook geen prijsverhooging mag toe passen. 2. De heer BEUKERS zou gaarne inlichtingen bekomen over den stand van zaken ten opzichte van het weder invoeren van straatverlichting. De duisternis valt thans sneller in, zoodat het wel zaak is, spoedig werk daarvan te maken. De VOORZITTER antwoordt, dat men hier niet ten achter is met het weder-invoeren van straatverlichting. De zaak is evenwel deze, dat er twee soorten verlichting zijn:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 322