338
7 NOVEMBER 1940.
een groot goed. Zondagsrust, voor een belangrijke bevol
kingsgroep verkregen.
Bij de totstandkoming van die wet heeft de toenmalige
Minister Verschuur in 2e en le Kamer taaien strijd
moeten voeren om de Zondagsrust daarin te behouden.
In 1934 is, ook al met een beroep op de tijdsomstan
digheden, de wet op dit punt belangrijk slechter gemaakt.
Thans zijn het weer de tijdsomstandigheden, die worden
te hulp geroepen om verdere inkrimping van de Zondags
rust te bepleiten.
En als nu iemand zegthet zijn slechts drie Zondagen
en het is voor één keer, dan antwoord ik dat zijn precies
drie Zondagen en één keer te veel, omdat er de tendenz
inzit naar beknibbeling van de Zondagsrustiedere stap
op dien weg wordt gedaan op een hellend vlak. En is
het nu inderdaad noodig?
Mijnheer de Voorzitter. Misschien wordt het voor
sommigen wat lastiger nu men niet over de avonduren
kan beschikken om te winkelen. Maar onoverkomelijk kan
een verschuiving hiervan naar den dag toch niet zijn. Wij
passen ons wel aan moeilijker omstandigheden aan. En
tegenover de uren, die men door de verduistering op de
avonden in de week moet missen, kunnen de paar uren
op den Zondagmiddag niet zooveel he'pen. In ieder geval
acht ik het verlies bij opheffing van de Zondagsrust op
die Zondagen ontzaglijk veel grooter dan het ongemak,
dat gedragen moet worden bij de handhaving daarvan.
Mijnheer de Voorzitter. Er mag wel ernstig tegen worden
gewaakt, dat waardevolle goederen, die vaak in moeizamen
arbeid verkregen zijn, niet onnoodig worden aangetast of
verloren gaan. De tijdsomstandigheden is een zeer rekbaar
begrip en een makkelijk te hanteeren wapen. Maar de
tijdsomstandigheden, het woord zegt het zelf reeds, ver
anderen met den tijd, Maar wat eenmaal aan ideëele
goederen verloren is, wordt niet zoo makkelijk weer terug
gekregen.