344 7 NOVEMBER 1940. ontwerpen van de plannen heeft men zich op het standpunt gesteld, dat deze woningen niet veel woonvertrekken, maar wel veel slaapkamers moeten bevatten. Het moeten geen kleine heerenhuizen worden. Daarom moet men het gebruik van een vertrek als „mooie kamer" niet in de hand werken. De woningen zijn immers oorspronkelijk bestemd voor groote gezinnen. De heer LAUREIJ juicht het voornemen om tot den bouw van arbeiderswoningen over te gaan toe, maar hij betwijfelt het, of deze betonwoningen wel in trek zullen zijn bij de arbeidersbevolking. Immers, al dat beton maakt het koud in huis, vooral die betonvloeren. Spr. vreest dan ook, dat de bouw van deze woningen een strop zal worden voor de Gemeente. De VOORZITTER merkt op, dat het hout op last van hoogerhand door beton is moeten worden vervangen. Als de Gemeente kon bouwen zooals zij wilde, zouden er andere woningen verrijzen. Men heeft nu echter slechts te kiezen of te deelen. De heer LAUREIJ wijst er op, dat de gemeente Amster dam gedurende den vorigen oorlog dergelijke woningen heeft gebouwd en dat dit voor die gemeente een strop geworden is. De VOORZITTER geeft in ernstige overweging te besluiten tot den bouw van deze woningen. Komen er betere tijden, dan kan men immers de beton-onderdeelen altijd nog door houten vervangen. De heer LAUREIJ verklaart zich met het plan, zooals het daar ligt, niet te kunnen vereenigen. De heer KAMPHUIS is het eens met den Voorzitter. Er is groot gebrek aan dit soort van woningen. Vele menschen zitten erop te wachten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 344