7 NOVEMBER 1940. 349 meester en Wethouders, hetwelk in de vergadering van 30 Juli j.l. is aangenomen, feitelijk slechts de uitbreiding bevatte van het politie-corps met 15 agenten. Uitbreiding van het aantal inspecteurs moest toch plaats hebben en kon binnen het kader van de bestaande regeling geschieden dit is dan ook gebeurd. De uitbreiding met 15 agenten was der Gemeente in zekeren zin opgedrongen in verband met de demobilisatie van het Nederlandsche Leger. Burgemeester en Wethouders voelden er trouwens wel voor, het politie corps in dezen tijd te versterken. Nu willen hoogere instanties die uitbreiding echter niet meer. Burgemeester en Wethouders hebben zich daarbij neergelegdzij hebben zich dus telkens geschikt naar de wenschen van hooger hand. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het in werkverruiming doen uitdiepen en verbeteren van de slooten, welke de afscheiding vormen tusschen het Chasséterrein en den openbaren weg (Bijlagen 1940, no. 173). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aanvulling van de met het Rijk gesloten overeenkomst, inzake geldleening voor uitvoering van het doorbraakplan in de binnenstad (Bijlagen 1940, no. 183). Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 349