364
19 NOVEMBER 1940.
De heer LOONEN vraagt, of het niet mogelijk is, deze
verordeningen voorloopig te handhaven. Zij zijn indertijd
met zooveel moeite tot stand gekomen. Mogelijk komen
er nog wel eens tijden, waarin zij kunnen worden toegepast.
De VOORZITTER antwoordt, dat er zeer zeker nog
wel eens tijden kunnen komen, waarin deze verordeningen
in werking zouden kunnen treden. Gedeputeerde Staten
dezer provincie vinden het echter beter, dat verordeningen,
welke niet uitgevoerd worden, worden ingetrokken. Laten
wij ze daarom intrekken, zegt Spr.; zij kunnen dan altijd
later nog, wanneer het noodig mocht zijn, opnieuw in het
leven worden geroepen.
Daarop wordt conform het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
vaststelling eener verordening betreffende het bewaren en
ter beschikking stellen van afvallen (Bijlagen 1940, no. 204).
De heer VAN ARENDONK heeft in de toelichting op
artikel 3 der ontwerp-verordening gelezen, dat het in de
bedoeling ligt, de cadavers van honden en katten aan de
huizen te doen ophalen door den dienst der Gemeente-
Reiniging tegen een vergoeding van f 0.75. Spr. vindt het
bedrag dier vergoeding nogal hoog. Als dit bedrag ge
handhaafd wordt, vreest hij, dat er niet veel cadavers ter
beschikking van den Reinigingsdienst zullen worden gesteld.
De VOORZITTER merkt op, dat men de cadavers ook
zelf kan gaan afleveren bij den Reinigingsdiensthet kost
dan niets.
De heer VAN ARENDONK zegt, dat niet ieder daar
voor in de gelegenheid is. Wordt het bedrag der vergoe
ding niet verlaagd, dan zullen er veel cadavers onder den
grond worden gestopt.