370
19 NOVEMBER 1940.
werken: er zullen nieuwe voorschriften moeten worden
gemaakt enz. De Raad zal onder deze omstandigheden
veel aan het beleid van Burgemeester en Wethouders
moeten overlaten, doch hij kan er op aan, dat zij geen
misbruik daarvan zullen maken. Burgemeester en Wethouders
waardeeren ten zeerste het vertrouwen, dat de Raad in
hen stelt. Het College heeft op zijn beurt volkomen ver
trouwen in den Raad; het weet, dat, hoe de omstandig
heden zich ook gewijzigd mogen hebben, de Raad is bezield
met den oprechten wensch, de belangen van Breda naar
best vermogen te behartigen. Daarbij is het, zooals de
heer Ma bel is volkomen terecht heeft opgemerkt, een
vereischte, het hoofd koel te houden. Met den heer
Loon en is Spr. het eens, dat men de belangen der
Gemeente slechts dan goed kan behartiger, als men een
drachtig is; is men dit niet, dan lijden alle pogingen beslist
schipbreuk. Spr. kent den Raad echter en vertrouwt op hem.
Daarop worden de algemeene beschouwingen
gesloten en wordt overgegaan tot de behandeling
van de onderscheidene begrootingen.
Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
De VOORZITTER merkt op, dat door het inschakelen
van de „Winterhulp" er hoogstwaarschijnlijk verandering
zal komen met betrekking tot de verrichtingen van het
Burgerlijk Armbestuur. Hoe de „Winterhulp" precies
geregeld zal worden, kan Spr. nog niet zeggen vermoedelijk
zal dit op dezelfde wijze geschieden als in Duitschland.
Spr. neemt deze gelegenheid te baat om allen op te wekken,
wanneer straks een beroep op hen wordt gedaan, de actie
voor de „Winterhulp" zooveel mogelijk te steunen en zich
niet te storen aan fabeltjes. Het gaat om de Bredasche
armen.