19 NOVEMBER 1940.
379
de zaak loonend is. De voor het onderzoek benoodigde
inrichting is zeer kostbaar.
Zonder verdere opmerkingen wordt het hoofd
stuk daarop goedgekeurd en vastgesteld.
Hoofdstuk V wordt zonder eenige bedenking
goedgekeurd en vastgesteld.
Hoofdstuk VI. Openbare Werken.
De heer VAN DER WERF zegt, dat Burgemeester en
Wethouders op de in het Centraal Rapport gestelde vraag,
hoe het College zich het uitbreidingsplan voorstelt tusschen
het Belcrumkwartier en den weg naar Beek, nu de Jan
van Polanenkade voor het rijverkeer vervallen is, antwoorden,
dat de gestelde vraag niet duidelijk is. Ook hij vindt die
vraag niet heel duidelijk, maar hij gelooft toch wel te
begrijpen, wat de bedoeling ervan is geweest. De Jan van
Polanenkade wordt binnenkort gedempt. Daarmede vervalt
een laad- en losgelegenheid in de stad. Men zal dan meer
aangewezen zijn op de Belcrumhaven, welke thans nog
weinig wordt gebruikt omdat bruggen en spoorwegover
gangen groote obstakels vormen voor het verkeer met de
stad. Nu zal de bedoeling van de vraag deze zijn: Welke
voorzieningen denken Burgemeester en Wethouders te
treffen om den verkeerstoestand tusschen de Belcrumhaven
en de stad te verbeteren, nu de aftakking van den weg
naar Beek met brug over de Mark, aansluiting gevende
op het Belcrumkwartier, niet op het uitbreidingsplan voor
komt. Spr. vraagt in dit verband, of de opengekomen
ruimte op den hoek van de Terheijdenstraat en de Ceres-
straat niet benut zou kunnen worden voor het maken van
een verkeerstunnel.
De VOORZITTER zegt, dat, als de Jan van Polanenkade
gedempt is en de nieuwe Gasbrug zal zijn gereed gekomen,