19 NOVEMBER 1940.
381
De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Debenoodigde
materialen zijn reeds verkregen en de vereischte goed
keuring voor den viaductbouw bij „Thalia" is bereids in
gekomen.
De heer KOOIJMAN wil nog eens terugkomen op de
wenschelijkheid van een voetgangerstunnel bij den overweg
aan de Terheijdenstraat. Een ingesteld onderzoek heeft
uitgemaakt, dat de afsluitboomen daar een derde deel van
den dag gesloten zijn. Dit veroorzaakt een belangrijk verlies
aan tijd en een weinig nuttig gebruik van arbeidskracht.
Er is gezegd, dat de kosten van het maken van een tunnel
ter plaatse hoog zullen zijn. Spr. is er evenwel van over
tuigd, dat zij zeer nuttig besteed zouden zijn. Hij dringt
er dan ook op aan, deze aangelegenheid nog eens ernstig
te bekijken.
De VOORZITTER antwoordt, dat, als de tunnel iets
meer Oostelijk zou komen, zij dan ook voor voertuigen
dienst zou kunnen doen. Een tunnel aan de Terheijdenstraat
zou dan niet meer zoo noodig zijn. Deze kwestie hangt
ook nog af van hetgeen de Ned. Spoorwegen in de toekomst
zullen doen met betrekking tot de uitbreiding van het
emplacement. De aandacht van Burgemeester en Wethouders
zal evenwel op deze aangelegenheid blijven gevestigd.
De heer MEIJVIS heeft bij het afdeelingsonderzoek
gevraagd, of het niet mogelijk is, de Tolbrug naar de
Lunetstraat te verplaatsen. Volgens het antwoord van
Burgemeester en Wethouders zou die verplaatsing een
uitgave vergen van naar schatting f 80.000, Dit lijkt
Spr. buitengewoon veel. Het was hem niet bekend, dat
volgens het bestek de aannemer de beschikking over de
brug verkrijgt. Nu oppert het Dagblad van Noord-Brabant
en Zeeland vandaag het denkbeeld om, nu er in verband
met den bouw van een nieuwe Gasbrug toch kosten voor
een noodbrug bij de Nieuwe Dieststraat moeten worden