19 NOVEMBER 1940.
383
betering verwachten van de eenvoudige verlichting, welke
binnenkort aangebracht zal worden. Spr. denkt, dat er aan
den Generaal van Hamsingel wel geen eenvoudige ver
lichting zal komen; deze zal wel alleen in de voornaamste
straten worden aangebracht. Het is daar echter een zeer
gevaarlijke situatie. Spr. dringt er daarom op aan, langs
den Generaal van Hamsingel en evenzoo langs den Weerijs
singel en de Jan van Polanenkade, een eenvoudig witgeverfd
hekwerk te plaatsen. Dit kan z. i. toch niet zoo bezwaarlijk
zijn.
De VOORZITTER zegt, dat het hier om groote af
standen gaat. De heer M a b e 1 i s bedoelt natuurlijk langs
alle singels.
De heer MABELIS antwoordt ontkennend. Hij heeft
alléén het oog op die gedeelten van de singels, welke
onbeschermd zijn, d. w. z. waar geen liguster-haagjes zijn
aangebracht; dit zijn maar kleine stukken.
De VOORZITTER merkt op, dat men toch aan den
huizenkant op het trottoir kan blijven loopen. Er is dan
geen gevaar, dat men in de singelgracht terecht komt.
De heer MABELIS antwoordt, dat dit niet kan gelden
voor fietsers; voor hen blijft het gevaar, dat zij in de
singelgracht rijden.
De VOORZITTER wil er nog weieens met den dienst
van Openbare Werken over spreken. Men zou desnoods
met wat draad en palen den walkant kunnen aangeven.
Spr. gelooft echter niet, dat de toestand daar zoo gevaarlijk
is; in de buitenwijken is het gedurende de duisternis niet
zoo druk.
De heer MABELIS merkt op, dat er toch vele reizigers
wonen, die vaak laat van den trein komen of 's morgens
in de vroegte reeds van huis moeten.