19 NOVEMBER 1940.
387
dat schoolvoeding voor kinderen doeltreffender is. Men
moet er voor zorgen, dat de jeugd goed gevoed blijft.
Ondervoeding kan vrijwel niet worden genezenhet is dus
zaak haar te voorkomen. Spr. vraagt, of op dit gebied
geen taak ligt voor de Schoolmelkcommissie.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat Burgemeester
en Wethouders, ten opzichte van het nemen van voorbe
reidende maatregelen voor de invoering van gymnastiek
onderwijs op de scholen, niet hebben stilgezeten. Talrijke
bijeenkomsten hebben plaats gehad met inspecteurs van het
Onderwijs, deskundigen op het gebied van het gymnastiek
onderwijs enz. Verder is er een onderzoek ingesteld naar
de bestaande gymnastieklokalen en -werktuigen. Het is
onmogelijk om in 1941 voor elke school een apart gym
nastieklokaal te bouwen. Er zal daarom een indeeling
moeten plaats hebben. Het ligt dan ook in het voornemen,
op verschillende punten der stad gymnastiekzalen in te
richten in bestaande of te bouwen localiteiten en van ieder
gymnastieklokaal door een of meer scholen gebruik te laten
maken. Ook wordt nagegaan, wat de inrichting van diverse
lokalen zal kosten.
De bedoeling van de applicatie-cursussen isonderwijzers,
die vroeger aan gymnastiek-onderwijs hebben gedaan, bij
te werken; 361 onderwijzers hebben zich voor het volgen
van die cursussen opgegeven. Het is onmogelijk alleen
vakonderwijzers voor het geven van gymnastiek-onderwijs
aan te stellen; zoo velen zijn er eenvoudig niet. Men moet
hierbij bedenken, dat er 34 lagere scholen in Breda zijn.
Het zou ook een uitermate kostbare geschiedenis worden.
Het ligt wèl in de bedoeling, enkele gymnastiek-onderwijzers
aan te stellen om les te geven aan de hoogere klassen der
lagere school en aan de U L. O.-scholenvoor de lagere
klassen kan met het gewone onderwijzend personeel, dat
de zoogenaamde acte J. bezit, worden volstaan. Vier a
vijf vakonderwijzers zullen er hier noodig zijn. Die zijn er