40
16 JANUARI 1940.
waarom neemt men de wenschen van het personeel dan
niet over? Men blijft daarbij bovendien geheel bij de
terminologie van het Ambtenarenreglement, dat in art. 27
ook reeds spreekt van „buitengewooneen artikel, dat
nota bene in het Reglement is opgenomen op bevel van
den Minister.
De term „onmiddellijk verband houdt met" is rekbaar
als elastiek. De werkzaamheden, verricht voor de kost
winnersvergoedingen, houden verband met de militaire
maatregelen; maar men zou dat ook kunnen beweren voor
de distributiewerkzaamheden.
Voorts wenschen de organisaties nog opneming van de
woorden „in die omstandigheden" tusschen „Regeering"
en „genomen".
Spr. heeft gemeend, alles min of meer uitvoerig te moeten
naar voren brengen, aangezien de Bonden hier niet kunnen
spreken.
De VOORZITTER komt op tegen het verwijt van den
heer K o o ij m a n, dat het College van Burgemeester en
Wethouders te volgzaam zou zijn. Burgemeester en Wet
houders wilden ook de presentiegelden liever niet verlagen,
doch de begrooting bracht dat nu eenmaal mee. Ook de
heer K o o ij m a n is op zijn beurt wel eens volgzaam.
Aanvankelijk had deze als raadslid weinig bezwaar tegen
het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Toen echter
de Bonden hun bezwaren ontwikkelden is hij daarin gevolgd.
In dezen tijd is het vooral van belang, dat het gemeente
bestuur zooveel mogelijk met de Regeering samenwerkt.
Daarom zijn Burgemeester en Wethouders met dit voorstel
gekomen.
Het is in deze moeilijke tijden elk oogenblik mogelijk,
dat door het personeel bijzondere werkzaamheden buiten
diensttijd verricht moeten worden. De organisaties hebben
aanstonds verklaard, dat de ambtenaren daartoe bereid zijn.