BESLOTEN VERGADERING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE BREDA op 5 April 1940. Tegenwoordig: de heeren Mr. J. Pleijte, Chr.M.WinkelhageH.J. van Houten, C.A. Crul, C.J. LaureijJ.M.Meijvis, J.F.A.Elich, J.N.Kroone, S.Kooijman, A.Mabelis, G.Leeman, B. Cohen, H.W.E. van Gastel, L.Jonker, P.C. van den Wijngaard, J.J.KamphuisMr.E.L.H.M. van Mierlo, Th.J.J.A. Spoelder, A.M. van Ooster hout, J.A.Meijs, Ir. P.S.A. van der Werf, Ir. A.F.J.BeukersMr. A.A.M. Struiken, A.A.J.M.Loonen en A.C.3. van Arendonk. Afwezig:met kennisgeving de heeren C.L.M.Brantjes en R.Heer. Voorzitter: de heer B.W.Th, van Slobbe, burgemeester. Secretaris: de heer Mr. Ph.I.E. van Woensel. De Voorzitter opent de vergadering en spreekt het gebed uit waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8 a. van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Gemeenteraad. Vervolgens zegt Spr.dat hij den Raad heeft verzocht met spoed bijeen te komen om een zeer onaangenaam voorval te be spreken. Spr. verzoekt den aanwezigen, hetgeen hiel? gesproken wordtonder zich te houden; er wordt hun dus geheimhouding op gelegd. - Eenige dagen geleden hebben B. en W. van het Verificatiebu reau van de Vereeniging van Ned. Gemeenten een rapport gekregen, betreffende de controle van de boeken en de kas van den Gem.Ont vanger in het le kwartaal 1940. De inhoud van dit rapport was van dien aard, dat B. en W. den Gem.Ontvanger onmiddellijk ver zocht hebben, de sleutels van de safe in te leveren en niet weer op zijn kantoor te komen. Spr. zal den Raad eerst een overzicht geven van de zaak, door voorlezing te doen van het zooeven ge noemde rapport.Desgewenscht kunnen de raadsleden nog inzage nemen van dit rapport in de Leeskamer; Spr. zal dan de vergade ring eenigen tijd s.chorsen. Daarna kan worden beraadslaagd over hetgeen moet gebeuren. Spr. doet vervolgens voorlezing van het rapport en zegt, dat het daarnaast opgemaakt proces-verbaal van kasopneming tot hetzelfde resultaat komt.- Spr. stelt daarop de gelegenheid open tot het stellen van vragen.- öe heer Mei.is vraagt, hoe het mogelijk is, dat niet reeds eerder door den Accountantsdienst de verschillen zijn geconsta teerd. Zij bestonden immers vroeger al. De geheele geschiedenis lijkt Spr. eem blamage voor het betrokken Accountantsbureau. De Voorzitter licht de zaak nog nader toe.De Ontvanger mag feitelijk niets uitgaven dan op mandaat. Hij beschikt echter over een jaarlijksch loonvoorschot ten bedrage van f. 200.000.-, omdat door de verschillende diensten niet te voren precies kan v/orden opgegeven,hoeve el zij voor loonen noodig hebben. De Ont vanger geeft den diensten dus op hun verzoek een voorschotwaar voor hij nog geen mandaat heeft ontvangen. Dit kan nu eenmaal niet anders. Hij kan die voorschotten niet boeken in zijn kas boek; zij komen in zijn loonvoorschottenboek. Bij kasopneming werden alleen de mandaten gecontroleerd. De accountant ging daarbij in goed vertrouwen van de veronderstelling uit,dat in het saldo van het loonvoorschottenboekvormende het totaal van de alsnog te mandateeren bedragen, niet meer waren begrepen de bedragendie reeds gemandateerd waren.Onlangs is de accountant de controle echter op andere wijze gaan doen; hij is de bedragen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 418