16 JANUARI 1940. 41 Spr. twijfelt daaraan geen oogenblik; de dagen, die achter ons liggen hebben daarvoor het bewijs geleverd. Maar het gemeentebestuur mag en kan niet afhankelijk zijn van den goeden wil der ambtenaren. Daarom acht het College opneming van de voorgestelde bepaling noodzakelijk. De organisaties zullen goed doen zich hierin te schikken. Wat de redactie betreft, er is inderdaad verschil of men „bijzondere" dan wel „buitengewone" omstandigheden opneemt. Onder „buitengewone" vallen slechts de bepaalde gevallen, zooals die in de wet, o. a. de Grondwet, zijn aangegeven; al het andere, b v. een gedeeltelijke mobilisatie, valt er niet onder, ofschoon dat toch wel de bedoeling moet zijn. De redactie is geheel ingesteld op militaire maatregelen. Daarentegen acht Spr. de redactie van de Bonden minder scherp. Het is voorts overbodig de woorden „in die om standigheden" tusschen te voegen, aangezien dan tweemaal hetzelfde zou worden opgenomen. De heer KOOIJMAN zegt uit de redactie niet te kunnen opmaken, dat het de bedoeling is, het artikel te lezen alsof er stond „door de Regeering in die omstandigheden ge nomen militaire maatregelen". De VOORZITTER bevestigt, dat dit inderdaad de bedoeling ishij acht daarom tusschenvoeging overbodig. De heer KOOIJMAN verzoekt, deze interpretatie nauw keurig in de notulen te doen vastleggen. De heer MEIJS meent, dat een kleine wijziging in de redactie hier verklarend kan werken, n.l. door het woordje „het" in den zin „voor zoover het overwerk onmiddellijk verband houdt met" te veranderen in „dit".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 41