De heer Elich zegt, dat, alvorens verdere conclusies te kunnen trekken, absoluut vast moet staan, dat de contröle niet gefaald heeft. Er is verschil tusschen een slordige administratie en fraude.- Wethouder Van Mierlo deelt mededat de accountant eerst scherp aan den tand is gevoeld. Spr. kon eerst ook niet aan onregelmatigheden geloven. De adjunct-directeur van het Verificatieburwau is er aan te pas moeten komen; deze heeft te bevindingen van den accountant volkomen bevestigd. De heer Elich vindt de zaak zoo ernstig, dat men alle mogelijkheden onder oogen moet zien.- Wethouder Van Mierlo noemt als voorbeeld, dat de Ontvanger een loonvoorschot betreffende den dienst van Openbare Werken ten bedrage van f. 25*000.- had moeten schrappen in het loonvoorschottenboek; in plaats van een 5 heeft hij er echter een 4 van gemaakt, zoodat f. 1000.- te weinig is geschrapt.- De heer Laurei.i vraagt, of de Ontvanger dit erkend heeft.- De Voorzitter Hij z.egt er niets meer van te weten. - Wethouder Van Mierlo zegt, dat als er bij kasopneming wei eens kleine verschillen waren, de Ontvanger hemel en aarde bewoog om ze op te lossen. Deze groote verschillen echter konden niet door hem worden verklaard, hoewel hij van Januari tot Maart daarvoor* den tijd heeft gehad.- De Voorzitter merkt op, dat als het mandaat niet is af schreven in het loonvoorschottenboek, het verschil terstond uit de kas moet zijn genomen. De kassier controleert tegen woordig iederen dag de kas met de mandaten. Vroeger gebeurde dit iedere week. Sedert die dagelijksche contróle is er niets onregelmatigs meer gebeurd. Het laatste verschil da teert dan ook van 1938* De sleutel van de kas heeft de kas sier, maar de Ontvanger heeft er een reserve-sleutel van. Aanvankelijk ontkende hij dit tegenover den Burgemeester, doch later gaf hij het toe.- De heer Laurei.i vraagt,of de Ontvanger zich ten deze niet beroept op den kassier.- Be Voorzitter antwoordt ontkennend. De Ontvanger zegt de verschillen niet te kunnen verklaren, doch te vemoeden, dat er wel een compensatie voor zal zijn. Spr.toont echter met een voorbeeld aan,dat dit niet mogelijk is.- De heer Kooi.iman vraagt,of het voorschottenboek ook be reikbaar was voor andere ambtenaren van het Ontvangerskan toor.- Wethouder Van Mierlo deelt mede, dat nooit iemand anders dan de Ontvanger daarin boekingen verrichtte. Alleen als de öntvanger met vacantie was, kwam het wel eens voor, dat een ander dit deed. De verschillen zijn echter altijd ont staan in tijden, dat de Ontvanger niet met vacantie was.- De heer Van der Werf vraagt: le. hoe groot de kas van den Ontvanger mocht zijn en 2e. of het weieens voorkwam,dat er kleine verschillen waren bij de accountantscontrole.Werden die verschillen dan direct aangezuiverd?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 421