Wethouder Van Mierlo antwoord, dat de Ontvanger f.20.000.- in kas mocht hebben. Natuurlijk is het weieens gebeurd,dat er op een moment iets meer in was. Vóór 1939 waa de kas meestal belangrijk minder dan f. 20.000.- De Ontvanger had niet gaarne zooveel in kas; hij werkte liever met de post- i giro- Wat de verschillen bij de kascontrole betreftdeelt Spr. mede, dat er eens een verschil van pl.m. f. 2.- was; dit was binnen 2 x 24 uur opgelost.- De heer Crul merkt op, dat er alleen is gesproken van uitgaven. Kunnen die verschillen niet zitten in de ont vangsten, vraagt Spr. De Voorzitter antwoord, dat dit niet denkbaar is. Het mindere bedrag zou dan precies in dezelfde week moeten zijn binnengekomen en dat niet eenmaal, doch 10 keer. Bovendien zou de Ontvanger dan in dezelfde periode twee zelfde ver gissingen hebben moeten begaan, zoowel in de uitgaven als in de inkomsten. Wethouder Struiken herinnert er aan, dat de heer Laureij te theoretische mogelijkheid heeft geopperd, dat een ander de bedragen in het voorschottenboek heeft veranderd.- De Voorzitter zegt, dat de Ontvanger dan toch eerst de vergissing gemaakt zou moeten hebben.- i De heer Mei.is vraagt, of er een kasopnameboekje is. De Voorzitter Ja, sinds anderhalf jaar. Na dien tijd zijn er ook geen verschillen meer geconstateerd.- De heer Blich vraagt,hoe het staat met de financieele verantwoordelijkheid.- De Voorzitter antwoordtdat de Ontvanger verantwoordelijk is. De Gemeente is verzekerd bij de Fraude-risico Onderlinge voor Gemeenten. Het College van B. en W. heeft geen finan cieele verantwoordelijkheid in deze.- De heer Laurei.i vraagt, of het College meent, dat er in deze opzet of nonchalance in het spel is.- De Voorzitter: Er heeft wanbeleid plaats gehad.Er is echter niet na te gaan, waai- het tekort ad f. 12.416.- géblev ven is. Wij vermoeden wel, dat de Ontvanger dit bedrag in zijn zak heeft gestoken.- Wethouder Van Mierlo zegtdat het voor hem vast staat dat de Ontvanger met zijn bekende accuratesse, moet geweten hebben, dat dit tekort bestond.- De heer Loonen vraagt, of men het bewuste loonvoorschotten- boek kan inzien.- De Voorzitter antwoordt, dat het in beslag is genomen door de Justitie. De heer Cohen vraagt,of de Justitie op verzoek van het College van B. en W. tot rechtsvervolging is overgegaan.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 422