De Voorzitter verklaart, dat B. en W. geen verzoek daar toe hebben gedaan. Zij moesten van de gepleegde onregel matigheden echter wel meaedeeling aan de Justitie doen, daar het hier een misdrijf betrof.- De heer Cohen vraagt,of het den Voorzitter al bekend is, dat de pers reeds van de zaak afweet.- De Voorzitter antwoord bevestigend. Spr. is al door een verslaggever opgebeld. B.en W. hadden eerst gedacht een eenvoudig communiqué ever de zaak aan de pers te verstrekken, doch bij nader inzien vonden zij het beter zich niet te mengen in wat de pers schrijft.- De heer Cohen deelt nog mede, dat de verslaggeverdie hij gesproken heeft bekend was met het beleggen van deze beslotei vergadering en het doel, waarvoor zij was uitgeschreven, terwijl Spr. er zelf nog niets van wist.- De Voorzitter zegt, dat de accountants dagenlang op het Ontvangerskantoor werkzaam zijn geweest. De onder-boekhouder is bij Spr. de sleutels van de safe komen halen. Bovendien is de Justitie in de zaak gemengd. Er kan dus wel wat van de zaak zijn uitgelekt. De heer Van der Werf vraagt,of er geen reden was geweest om den Ontvangerindien hij het tekort had willen aanzuiverei daartoe de gelegenheid te geven en hem daarna te laten ver trekken. Men moet wel bedenken, dat hij al 25 jaar de functie van Ontvanger heeft bekleed.- De Voorzitter zegt, dat B. en W. daarover gedacht hebben. Men moet echter niet uit het oog verliezen,dat het hier verduistering betreft en wel een verduistering,welke over 10 jaar en vermoedelijk nog langer loopt. Er is gemiddeld f. 1000.- per jaar verdwenen en zulks op een heel eigen aardige manier, namelijk terwijl een ander de kas hield, kwam hij erin.- De heer Van der V/erf begrijpt niet, dat iemand als de Ontvanger het zoo zou hebben ingekleed; hij moest toch tegen de lamp loopen bij een nauwkeurige accountantscontrole.- De Voorzitter zegt, dat als het den eersten keer ontdekt was, het niet verder zou zijn doorgegaan; het is evenwel eiken keer goed gegaan.- De heer Van der 7/erf vraagtof niet te goeder trouw verzuimd kan zijn de bedragen in het voorschottenboek te schrappen. De Ontvanger lijkt Spr. te slim om op zulk een grove manier fraude te plegen.- De Voorzitter deelt nog mededat de Ontvanger het voor schottenboek aanvankelijk niet wilde afgeven, daar hij het als zijn privé-boek beschouwde. Manheer dit boek weg was geweestdan had men de zaak niet meer kunnen controleeren. Wethouder Van Mierlo: Er was dan maar één post geweest, waarvoor geen mandaat aanwezig was.- Voorzitter zegt, dat het College niet wil beweren, dat de Ontvanger het tekort in zijn zak heeft gestopt, al heeft het die overtuiging. B. en W. spreken alleen van wanbeheerwaardoor de Gemeente een schade heeft geleden van f. 12.416.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 423