De heer Crul vraagtof de Ontvanger in de gelegenheid is
gesteld het tekort aan te zuiveren.-
De Voorzitter antwoordt, dat de Ontvanger toegeeft,dat hij
voor dat tekort verantwoordelijk is, maar hij zegt, niet in
staat te zijn het aan te zuiveren.-
Wethouder Van Mierlo zegt, dat de Ontvanger de onjuiste
boekingen toegeeft, maar ze niet weet te verklaren.-
De heer Mei.is heeft den indruk gekregen, dat er inderdaad
verduistering heeft plaats gehad. De verrichte manipulaties
zijn niet geraffineerd; zij zijn eerder simpel te noemen.De
groote fout is, dat de controle niet voldoende is geweest.
Spr, betreurt dit ten zeerste.
De Voorzitter merkt op, dat de Ontvanger daarmede niet is
vrij te pleiten.-
De heer Meijs: Als de accountant zijn plicht had gedaan,
had het niet kunnen voorkomen.-
De Voorzitter is van oordeel, dat iemand, die 55 jaar oud
is en 25 jaar lang de functie van Ontvanger uitoefent, zich
er niet op kan beroepen, dat hij niet voldoende gecontroleerd
is. Als het geval den Raad thans duidelijk is, zal Spr.
voorlezen, hetgeen B. en W. den Raad voorstellen te doen.
Spr. doet daarop voorlezing van bedoeld voorstel, hetwelk
hierop neerkomt, dat den Ontvanger, Mr. F.Th. H. Cerutti,
ontslag wordt gegeven zonder het praedicaat eervol,in zijn
hoedanigheid van ontvanger, met ingang van den datum,waarop
het besluit van den Raad door de Gedeputeerde Staten zal
zijn goedgekeurd, terwijl hem met ingang van heden eervol
ontslag wordt verleend als administrateur van het Grondbe
drijf. Het is de bedoeling van B. en W. die beide functies
afzonderlijk te bezien. Het voordeel voor den Ontvanger is
hierin gelegen, dat zijn pensioengrondslag voor administra
teur van het Grondbedrijf bij dien van zijn ontvangersambt
wordt gevoegd.-
De heer Beukers vraagt, of het besluit van den Raad ook
wordt overgelegd aan de Justitie. Zoo ja, dan zou Spr.daarin
gaarne zien opgenomen, dat het onvoldoende accountantsonder
zoek door den Raad ten zeerste wordt betreurd.-
De Voorzitter wil het raadsbesluit scheiden van den uitslag
van het justitieel onderzoek. B. en W» willen de zaak daarom
opvatten als wanbeheer.-
De heer Loonen merkt op, dat in het ontwerp-besluit niet
wordt gesproken van het feit, dat de onvoldoende contröle
aanleiding heeft gegeven tot wanbeheer.-
De Voorzitter zegt, dat de Ontvanger daardoor toch niet
zou worden vrijgepleit van zijn wanbeheer en plichtsverzuim.
B. en Wzullen het Verificatiebureau natuurlijk terdege
v/ijzen op de begane nalatigheid.-
De heer Winkelhage merkt op, dat B. en W. voorstellen den
Ontvanger eervol ontslag te geven als administrateur van
het Grondbedrijf. Naar aanleiding hiervan vraagt Spr. of die
administratie goed is gecontroleerd.-
De Voorzitter antwoordt bevestigend.-