De heer Crul zegt, dat als hij het goed begrijpt, de Ontvanger uitgesteld pensioen krijgt; hij zal dan echter het tekort moeten aanzuiveren»- De Voorzitter merkt op, dat de Ontvanger dit in ieder i geval zal moeten doen» Van de Onderlinge Fraude-risico krijgt de Gemeente f» 5*000.-; deze geeft namelijk alleen vergoeding over de laatste 5 jaren. De rest zal van den Ontvanger zelf moeten worden verkregen.- Wethouder Van Mierlo zegt, dat de Ontvanger ook erkent het bedrag schuldig te zijn; hij wijst niemand van zijn ambtenaren als de schuldige aan.- De heer Mei.ivis vraagt,of het in het voornemen ligt, het besluit van den Raad bekend te maken.- De Voorzitter acht dit niet noodig.Het wordt alleen aan Ged. Staten ter goedkeuring gezonden. De pers komt alleen te weten, dat den Ontvanger ontslag is verleend. Deze verkrijgt haar inlichtingen niet van het Gemeentebestuur. Spr. heeft den verslaggever, die hem heeft opgebeld, wel verzocht te denken aan den persoon in kwestie en zijn fa milie; hij heeft beloofd dit te zullen doen.- De heer Mei.ivis vraagt, welke motieven den Ontvanger er toe hebben geleid het oude loonvoorschottenboek van vóór 1932 te verbranden.- De Voorzitter zegt, dat de Ontvanger,daarover ondervraagd, zeide opruiming te hebben gehouden, zooals dat van tijd tot tijd ook op andere bureaux gebeurt.- De heerElich verklaart, dat het voor hem niet vast staat, waar het geld gebleven is; voor het College van B. en W. kan dit ook niet vast staan. Spr. vindt daarom geen reden aanwezig om den Ontvanger oneervol ontslag te geven.- De Voorzitter: Het voorstel luidt niet om hen oneervol ontslag te geven, doch ontslag zonder het praedicaat eervol. Dit is geheel in overeenstemming met de terminolo gie van het Ambtenarenreglement.- De heer Elich zou het beter vinden,als men den Ontvanger als administrateur van het Grondbedrijf dan ook maar kort weg ontslag gaf. Door de tegenstelling ontslag zonder het praedicaat eervol 11 en eervol ontslag als administra teur van het Grondbedrijf accentueert men de zaak.- De heer Mei.is voelt, als het voor den betrokkene geen financieel verschil geeft, wel voor het denkbeeld van den heer Elich.- De heer Van der Werf gelooft, dat het onjuist zou zijn, den Ontvanger als administrateur van het Grondbedrijf geen eervol ontslag te geven,aangezien hij als zoodanig niets misdaan heeft. Betrokkene zou daartegen in beroep kunnen komen.- De Voorzitter zegtdat naar buiten alleen blijkt,dat de Ontvanger ontslag heeft gekregen; alleen in de stukken wordt onderscheid tusschen het ontslag uit beide functies gemaakt-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 425