De heer Kooi.iman vraagt, of den heer Cerutti niet kan worden medegedeeld,hoe de zaak er bij staat; hij ware dan voor de keus te stellen, het tekort aan te zuiveren en zelf ontslag te nemen of ontslagen te worden. - De Voorzitter verklaart den heer Cerutti dit te hebben doen weten. Spr. heeft gezegd: Doe het nu vóór Zaterdag." Spr. schorst daarop de vergadering gedurende een kwartier om de raadsleden gelegenheid te geven, over het voorstel van 3. en W. te beraadslagen.- Na heropening der vergadering vraagt de Voorzitter of iemand het woord verlangt.- Dit niet het geval zijnde, vraagt de Voorzitter.of iemand stemming verlangt over het voorstel van B. en W. Zonder esnige bedenking wordt daarop overeenkomstig het voorstel van 3. en W. besloten.- De Voorzitter merkt op, dat er nu tijdelijk geen gemeente ontvanger is. Men moet dus iemand hebben, die het ambt zoolang waarneemt, opdat men inmiddels rustig kan uitkijken naar een geschikten nieuwen functionaris. De bezetting van het Ontvangerskantoor is zoodanig, dat men niet aan een van die ambtenaren de leiding kan overlaten. Daarom stellen B. en W. voor, den hoofdcommies-chef van de Afdeeling Financiën, den heer B.C. Jaspers met de tijdelijke waarne ming te belasten. De heer Jaspers moet daarvoor worden beëedigd. Spr. vraagt,of de Raad hiermede accoord gaat,zoo ja, dan zal de heer Jaspers ter beëediging worden binnen geroepen. - De heer Crul vraagt, of de heer Jaspers kennis heeft van boekhouden.- De Voorzitter beaamt dit.De heer Jaspers leidt ambtenaren op voor het diploma gemeente-financiën.- De heer Blich vraagt, of het in de bedoeling ligt, aan de waarneming ook hooger salaris te verbinden.- De Voorzitter antwoordt, dat de heer Jaspers krachtens de bepalingen van de Gemeentewet het salaris van den ont vanger zal toucheeren. Spr. zegt, dat 3. en W. den heer Jaspers ook tijdelijk zouden willen belasten met de admi nistratie van het Grondbedrijf. Het is evenwel niet noodig, dat deze daarvoor beëedigd wordt.- De heer Loonen vraagt, of de verzekering automatisch overgaat op den heer Jaspers.- De Voorzitter antwoordt bevestigend. Dit gebeurt zelfs al bij tijdelijk invallen, zooals bij ziekte of verlof van den Ontvanger. - Zonder verdere bedenkingen wordt daarop besloten,den heer B.C.Jaspers tijdelijk aan te stellen als Gemeente-ont vanger en administrateur van het Grondbedrijf- Nadat de heer Jaspers daarop is binnengeleid, deelt de Voorzitter hem het besluit van den Raad mede en verzoekt hem de eeden of beloften, welke voor het aanvaarden van zijn functie door de wet worden geëischt,in zijn handen af te leggen.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 427