die het eerst terug waren,zeer zware verrichtingen opgelegd.Ook by de andere diensten en bedrvven hebben E.en W.doen nagaan,of er ambtenaren en werklieden waren,die buitengewonen arbeid hadden verricht.Niemand heeft zich zelf voorgedragen.B.en W.hebben dus byzondere eischen gesteld aan het in aanmerking komen voor een geldelyke be looning. V/aar uit die belooning nu moet bestaan, is niet precies af te meten.Wil men allen precies het zelfde geven,b.v. 14 dagen loon,dan gaan B.en W.daarmede accoord.Spr.kan zich voor stellen, dat er leden zyn,die de hoofden van dienst geen geldelyke belooning willen toekennen,omdat zy uiteraard een groote verant- woordelykheid hebben,doch het zou hem toch spyten,daar zy in de dagen na de evacuatie zeer veel byzonder werk hebben verricht. L#heer MABELIS merkt op,dat er by den Reinigingsdienst extra looribetalingen hebben plaats gehad.In verband hiermede vraagt Spr.,of er by de thans voorgedragenen ook zyn,die al extra betaald zvn geworden. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Wethouder STRUIKEN ver klaartdat de maatstafdoor B.en V/. aangelegd, de ze is ge weest, dat alleen diegenen voor toekenning eener gratificatie in aanmerking komen,die zich door het ontwikkelen van byzondere ini tiatieven op een gebied,hetweIk niet tot hun taak behoorde,hebben onderscheiden.De hoofden van dienst,die door B.en W.zyn voorge dragen,hebben dan ook meer dan volledig aan de verwachtingen vol daan.Een schriftelyke dankbetuiging is heel aardig,maar Spr.denkt, dat zy ook wel gevoelig zullen zyn voor een geldelyk blyk van waardeering. Wethouder VAN MIERLO merkt op,dat zooeven is gezegd,dat men zich moeilyk tegen dit voorstel kan verzetten,omdat er nu eenmaal verwachtingen zyn gewekt.Naar aanleiding hiervan wil Spr.er op wyzen,dat de Raad geheel vry staat tegenover dit voorstel. De lieer COHEN zou nog willen vragen, waar in de byzondere verdienste zit van den Directeur van het Openbaar Slachthuisden heer Meier.Deze liep 's Woensdags na de evacuatie in de stad rond te kyken.Spr. daaruit niet den indruk,dat hy het zoo byzonder druk had met zyn bedryf De VOORZITTER: Het gaat in deze niet om de drukte. De heer COHEN vraagt,of B.en W.,gehoord de stemmen,welke uit den Raad zyn opre- - 4 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 440