6 MAART 1940.
61
met verzoek het met de gelukwenschen van den Raad te
willen overdragen aan zijn Vrouw, die zoozeer met zijn
werk medeleeft, en bovendien als blijvende herinnering,
een bord van blauw aardewerk, dat thans nog niet gereed
is, doch waarvan Spr. hem het model toont. Het definitieve
bord zal den heer Van Mierlo spoedig ter hand worden
gesteld.
Wethouder VAN MIERLO verklaart geheel ontdaan te
zijn over hetgeen door den Voorzitter tot hem is gezegd.
Spr. had al gedacht het is goed gegaan vandaag men
heeft blijkbaar niets gemerkt; de dag is nu bijna om. En
nu komt deze huldiging Spr. vindt een 12l/2-jarig
wethouderschap geen gelegenheid om feest te vieren. Men
is wellicht daartoe overgegaan, omdat in den tegenwoor-
digen tijd een 25-jarig wethouderschap in een stad van
eenige beteekenis zoo zeldzaam voorkomt.
Vervolgens zegt Spr., dat in hetgeen de Voorzitter
gezegd heeft een onvolkomenheid is, alhoewel deze natuurlijk
niet gewild en bedoeld is. Er zijn namelijk nog meer raads
leden, die vandaag 12' 2 jaar de belangen der Gemeente
hebben behartigd
121/a Jaar is een kort tijdsbestek, zegt Spr., en toch is
er in dien tijd zeer veel gebeurd, zoowel op persoonlijk
als op zakelijk gebied. Toen de Voorzitter zooeven de
bedrijven en diensten noemde, dacht Spr. aan de vele ver
anderingen, die sinds 1927 hebben plaats gegrepen. De
hoofden van de verschillende bedrijven en diensten waren
toen vrijwel allen andere personen dan de tegenwoordige
functionarissen. Zelfs zijn er in dien tijd een andere Bur
gemeester en een andere Secretaris gekomen. Ook op
zakelijk gebied is er zeer veel veranderd. Als men alleen
al ziet, wat er toen en wat er nu omgaat, dan springt
zulks in het oog. In 1928 beliepen de uitgaven op den
Gewonen Dienst nauwelijks een bedrag van 3 millioen
nu bedragen zij ruim 5 millioen. Deze cijfers toonen vol-