66 6 MAART 1940. Onze collega, de heer L o o n e n, die het intusschen gebracht heeft tot de oudste der katholieke fractie, heeft aldoor getoond met welk een jong hart hij de belangen van Breda op veelzijdig terrein en als lid van diverse commissies door den loop der jaren heeft voorgestaan. Onze collega, de heer Brantjes, van wien wij met recht hetzelfde kunnen getuigen, heeft bovendien een viertal jaren onze gemeente nog gediend als wethouder der Gemeente-Bedrijven. Ook de heer Van Houten heeft zich in deze 12 jaar altijd onderscheiden als een lid, wien de belangen van Breda na aan het hart liggen. Genoemde heeren wensch ik, mede namens den Raad, onze erkentelijkheid te betuigen voor al hetgeen zij zoo met volle ambitie en geestdrift deden in het belang van onze Gemeente en eveneens te danken voor hunne sympathieke collegialiteit, die hun kenmerk was in elke zitting van onzen Raad. Ik mag hen namens den Raad van harte feliciteeren met hun koperen Jubilé als lid van onzen Bredaschen Gemeente raad, er onzen wensch welgemeend aan toevoegende, dat wij gaarne zien, dat zij nog meerdere jaren onze collega's, onze medewerkers in Breda's belang mogen blijven en dat hunne werkzaamheden even vruchtdragend vcoide toekomst mogen zijn als zij dit voor het verleden geweest zijn. De heer MABELIS vond het aanvankelijk niet noodig om bij deze gelegenheid het woord te voeren, omdat de Voorzitter z i uitnemend de gevoelens van den Raad had vertolkt. Nu echter de Voorzitter van de R. K.-fractie het woord gevoerd heeft, wenscht Spr. ook te verklaren, dat Spr. en zijn fractiegenoot voor de verdiensten van de heeren Van Mierlo. Loonen, Brantjes en Van Houten en den collegialen omgang met hen alle waar deering hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 66