92 6 MAART 1940. bij het uitrukken; de zes babybrandspuiten, welke er onlangs bij gekomen zijn voor de luchtbescherming, staan daarbij ten zeerste in den weg; zij moeten in een afzonderlijk lokaal worden ondergebracht. Het is immers van het grootste belang, dat bij brand vlug kan worden uitgerukt. De toestand is hier op dit gebied toch al niet gunstig, doordat de brandweergarage aan een smalle straat is gelegen. Propt men haar daarbij nog vol met materieel, dan is dat onverantwoordelijk. De heer VAN ARENDONK verklaart zijn vraag te hebben gesteld, omdat men sedert een dag of tien al bezig is met het werk uit te voeren. Spr. heeft gezien, dat in verband daarmede ook electriciteits- en watermeters moeten worden verplaatst. De kosten daarvoor heeft Spr. niet op de begrooting aangetroffen. De VOORZITTER heeft ook gezien, dat men al bezig is met het werk uit te voeren. Het is hem ontgaan, dat het crediet daartoe nog niet door den Raad was verleend. De bedoeling van Burgemeester en Wethouders was met de uitvoering te wachten totdat de Raad beslist had. Er is nu begonnen zonder lastgeving. De heer VAN ARENDONK vraagt, waar de kosten voor het verplaatsen der meters worden verantwoord. De VOORZITTER: Op de desbetreffende bedrijfs- begrootingen. De heer VAN ARENDONK vindt, dat bedoelde kosten toch ook onder de verbouwingskosten behooren te vallen. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. De ver plaatsing van meters behoort thuis onder de gewone werk zaamheden van het bedrijf.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 92