6 MAART 1940. 93 De heer COHEN heeft zich hierbij afgevraagd, of het wel verantwoord is, een bedrag van f 1100.te gaan voteeren voor uitbreiding van een brandweergarage, welke eigenlijk niet aan de eischen voldoet. In de meeste steden staan de brandweerkazernes op een zoodanige plaats, dat gemakkelijk in- en uitgereden kan worden. Spr. vraagt, of het daarom niet beter zou zijn vooral nu de grens wijziging zeer waarschijnlijk een feit zal worden ineens een nieuwe brandweergarage te bouwen in een betere omgeving. De oude garage kan dan misschien alleen benut worden voor de baby-brandspuiten. De VOORZITTER antwoordt, dat men niet moet vooruitloopen op de grenswijziging. Is het eenmaal zoover, dan zal ook nog de reorganisatie van vele andere diensten onder oogen moeten worden gezien. Het totstandkomen van de grenswijziging kan echter nog geruimen tijd duren. Met het uitbreiden van de brandweergarage kan evenwel niet langer worden gewacht. De nieuwe kleine brandspuiten zijn subtiele dingen; er moet ruimte voor gemaakt worden. Het is trouwens niet zoo erg, daarvoor een bedrag van f 1100.te besteden, aangezien men daarmede toch voor eenige jaren geholpen is. De heer COHEN vraagt, wie de opdracht heeft gegeven om reeds met het werk te beginnen. De VOORZITTER verklaart, dit niet te weten. Spr. zal het onderzoeken. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verleenen van een crediet voor het aanbrengen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 93