98
6 MAART 1940.
De VOORZITTER deelt mede, dat men met het eompiex
woningen, begrensd door Boschstraat Valkenstraat en
Bouwerijstraat, begonnen is na te gaan, welke woningen
verbeterd zouden kur.ren worden Daarbij is gebleken, dat
zich daaronder nog woningen bevinden, welke nog heel
goed mee kunnen, als daaraan eenige voorzieningen worden
getroffen. Het zou inderdaad jammer zijn, als men die
woongelegenheid moest laten vervallen. Men moet namelijk
niet vergeten, dat, als men die woningen gaat opruimen,
er andere voor in de plaats moeten komen en dat het
bouwen nu zeer duur is. Ook moet men rekening houden
met de bewoners, die vaak zeer aan hun woning zijn
gehecht, een lagen huurprijs betalen en niet meer kunnen
opbrengen. Een en ander maant tot voorzichtigheid. Door
het aanbrengen van verbeteringen zijn enkele woningen
tot dusver een viertal tijdelijk nog te handhaven;
het overgroote deel is afgekeurd en moet verdwijnen.
De heer KAMPHUIS vraagt, of hij uit de woorden van
den Voorzitter mag opmaken, dat de voorgestelde maatregel
er een is, die uit de tijdsomstandigheden voortvloeit.
De VOORZITTER zegt, dat de woningen, welke voor
verbetering in aanmerking komen, niet in een zoodanigen
staat verkeeren, dat zij onbewoonbaar verklaard zouden
mogen worden. Er wordt daarop een goede controle uit
geoefend. Bovendien moet men wel bedenken, dat, als die
huizen werden afgebroken, er geen bouwondernemer te
vinden zou zijn, die daar zou willen gaan bouwen.
De heer KAMPHUIS merkt op, dat het meer voorkomt,
dat bewoners van krotwoningen niet uit hun woning weg
willen; men moet hen tegen zichzelf beschermen.
De VOORZITTER zegt, dat het hier woningen betreft,
zeer geschikt voor kleine gezinnen en ouden van dagen.