108 7 MAART 1941. De heer WINKELHAGE vraagt, of door het in gebruik nemen der z.gn. Van Coothhuisjes de bewoners daarvan niet gedupeerd worden. De VOORZITTER antwoordt, dat het hier niet de bekende Van Cooth-woningen betreft. De huisjes, waarom het hier gaat, staan leeg. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet- Wethouders besloten. De VOORZITTER deelt mede, dat onlangs bij Burge meester en Wethouders een aanvrage is ingekomen om in deze gemeente een gastankstation voor autotractie te mogen oprichten. Dit heeft Burgemeester en Wethouders aanleiding gegeven om te overwegen, of de Gemeente zelf tot op richting dient over te gaan of dat zij dit beter aan een maatschappij kan overlaten In verschillende plaatsen van ons land, o. a. Tilburg en Eindhoven, zijn zulke stations al opgericht. De Wethouder der Bedrijven zal den Raad omtrent deze aangelegenheid een overzicht geven. Wethouder STRUIKEN zegt, dat de Gascommissie nog niet over de zaak is gehoord, omdat er een maatschappij was, die zelf de oprichting van een gastankstation hier ter stede ter hand wilde nemen; de Gemeente had dan alleen het gas te leveren. Die maatschappij wilde echter geen enkel risico dragen; dit moest de Gemeente op zich nemen. Burgemeester en Wethouders zijn evenwel van oordeel, dat de Gemeente dan beter zelf de zaak ter hand kan nemen om eventueel ook van de voordeelen te profiteeren. De bedoeling was tanks voor het verkeer op te stellen en een compressor-installatie te maken om gas van hoogen druk te verkrijgen, ten einde de auto-radius te kunnen opvoeren. In het geheele land is men namelijk doende om te trachten het verkeer gaande te houden. Nu benzine vrijwel niet meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 108