7 MAART 1941. voorstel hier ter tafel zal hebben gebracht, daar hij vroeger als raadslid altijd heeft geopponeerd tegen het in behandeling nemen van voorstellen, welke te voren niet konden worden bestudeerd. Spr. betreurt het, dat de Raad in zulk een belangrijke zaak als deze alleen op een mondelinge toe lichting moet afgaan. Is het nu zoo bezwaarlijk, vraagt Spr., om in zulk een geval spoedig weer eens raadsver gadering te houden. De VOORZITTER antwoordt ontkennend, doch ver klaart, dat in dezen abnormalen tijd vaak snel beslissingen moeten worden genomen. Het voorstel kan nog eens in de Gascommissie worden besproken. De Raad zou kunnen besluiten, dat, als die Commissie zich met het voorstel kan vereenigen, hij ook daarmede accoord gaat. De heer MEIJS gaat met het voorstel van Burgemeester en Wethouders accoord. Spr. zou echter willen vragen, of men het tankstation niet beter aan den Terheijdenscheweg kan plaatsen. De VOORZITTER antwoordt, dat de plaats van het tankstation een punt van ernstige overweging heeft uitge maakt. Men moet daarbij rekening houden met de wegen, waaraan de tankstations in naburige gemeenten zijn geplaatst. In verband hiermede is het noodzakelijk, dat het tankstation hier in de route naar Beek komt te liggen. Wethouder STRUIKEN zegt, dat de heer M a b e 1 i s er van overtuigd kan zijn, dat, als de urgentie en het groote belang van de zaak er niet toe drong, hij dit voorstel hier niet mondeling zou hebben gedaan. De heer VAN DER WERF heeft toevallig de bijeenkomst van belangstellenden in lichtgas-tractie bijgewoond. Hij kan deswege mededeelen, dat er alleen geneigdheid tot deel neming aan de oprichting van een gastankstation bestond,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 112