7 MAART 1941 115 der perceelen nog in gebruik is. Ter vermindering van het gevaar bij duisternis is opdracht gegeven de stoeptreden wit te verven. Het op de Leeskamer ter visie leggen van bestekken en bijbehoorende teekeningen, tijdens de uitvoering van werken, komt Burgemeester en Wethouders minder gewenscht voor, omdat het den raadsleden aanleiding zou kunnen geven, zelf toezicht te gaan houden bij het werk. Dit nu moet, ter wille van een vlotte uitvoering van het werk, niet in de hand worden gewerkt. Verlangt een raadslid evenwel eenige toelichting of voorlichting ten opzichte van een bepaald werk, dan zal hem die gaarne gegeven worden. Ten slotte deelt Spr. mede, dat de Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken heeft medegedeeld, dat op de huurverhooging, welke voor sommige huurders van woningen der R. K. Bouwvereeniging „St. Joseph" voortspruit uit het intrekken van de huurover- gangsbepaling, dateerende uit het jaar 1935, de bepalingen van het Huurprijsbesluit 1940 niet van toepassing kunnen worden geacht. Rondvraag. 1. De heer LAUREIJ wil de aandacht van Burgemeester en Wethouders eens vestigen op den toestand, waarin het Kerkpad verkeert. De bestrating van dit pad is zeer slecht, waardoor bij regenachtig weer groote plassen ontstaan; bovendien wordt het vervuild door het neersmijten van huisvuil. De VOORZITTER wijst er den heer L a u r e ij op, dat bedoeld pad een particuliere weg is; de Gemeente draagt derhalve geen schuld aan de slechte bestrating. Spr. wil echter weieens laten nagaan, of eigenaren van particuliere wegen niet verplicht kunnen worden tot een goed onderhoud van de bestrating dier wegen. Den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 115