25 APRIL 1941. 123 BRANTJES, Mr. E. L. H. M. VAN MIERLO, A. C. B. VAN ARENDONK en Mr. J. PLEIJTE. Afwezig: de heeren L. JONKER, A. M. VAN OOSTERHOUT, Ir. F. S. A. VAN DER WERF en P. C. VAN DEN WIJNGAARD. De heer B. COHEN is, ingevolge voorschrift van den Commissaris-Generaal voor Bestuur en Justitie, van de waarneming van zijn raadslidmaatschap ontheven. Voorzitter de heer B. W. Th. VAN SLOBBE, burge meester. Secretaris: de heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8 a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van den Gemeenteraad. Vervolgens deelt Spr. mede, dat van de heeren J o n k e r, Van Oosterhout en Van der Werf bericht is ingekomen, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen. Daarop stelt Spr. aan de orde: 1. Besluiten van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant, als a. d.d. 5 Maart 1941, G. no. 627, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 14 Januari j.l., tot wijziging van de begrooting van het Waterleidingbedrijf voor het dienstjaar 1940; b. d.d. 5 Maart 1941, G. no. 628, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 14 Januari j.l., tot wijziging van de begrooting van het Gasbedrijf voor het dienstjaar 1940;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 123