146 9 MEI 1941. niet de aantallen worden gebouwd, die op de teekeningen zijn vermeld, zoodat de onderverdeeling anders wordt. Van type C. b. v. zullen wellicht slechts een negental woningen bij wijze van proef worden gezet om eens te zien, of dit soort woningen in de practijk voldoet. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot verhooging van het crediet voor de doorbraak in de binnenstad (Bijlagen 1941, no. 92). De VOORZITTER zegt, dat men er wel op kan rekenen, dat het Werkfonds het meer benoodigde zal verstrekken. De heer VAN OOSTERHOUT merkt op, dat Burge meester en Wethouders den Rijksdienst voor de Werk verruiming hebben voorgesteld de uitvoering van het werk „bovenbouw van de Gasbrug" op te dragen aan de N.V. Machinefabriek „Breda", voorheen Backer en Rueb, voor de som van f 75.300, terwijl er een firma was, die f 14.000,lager had ingeschreven. Spr. vraagt, waarom het werk niet aan deze firma wordt gegund. De VOORZITTER zegt, dat die firma niet voor gunning in aanmerking kon komen omdat de inschrijving niet was overeenkomstig de besteksvoorwaarden. De heer LOONEN dringt er op aan, dat thans spoedig zal worden begonnen met het dempen van de Haven. Spr. vreest, dat de kosten daarvan anders steeds hooger zullen worden. De VOORZITTER antwoordt, dat men dit niet zoo somber behoeft in te zien, daar de voor demping benoodigde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 146