160
27 JUNI 1941.
De heer B. COHEN is, ingevolge voorschrift van den
Commissaris-Generaal voor Bestuur en Justitie, van de
waarneming van zijn raadslidmaatschap ontheven.
Voorzitter de heer B. W. Th. VAN SLOBBE, burge
meester.
Secretarisde heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt
het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel
8 a van het Reglement van orde voor de vergaderingen
van den Gemeenteraad.
Vervolgens deelt Spr. mede, dat van de heeren
Brantjes, Beukers enElich bericht is ingekomen,
dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen.
Daarop stelt de VOORZITTER aan de orde:
1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen van
7 Maart, 25 April en 9 Mei j. 1.
De VOORZITTER zegt, dat deze notulen, overeen
komstig het bepaalde in artikel 36 van het reglement van
orde voor de vergaderingen van den Gemeenteraad, ter
inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien
in druk zijn toegezonden. Spr. vraagt, of iemand der leden
eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te
brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden opgemelde
notulen onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.