27 JUNI 1941.
168
onderzoek der gemeente-begrooting voor 1941, in de
Memorie van Antwoord van Burgemeester en Wethouders,
d.d. 13 November 1940, is geantwoord, dat het rapport
omtrent de vijfjaarlijksche schatting van de gronden van
het Grondbedrijf binnenkort kon worden tegemoet gezien.
Tot op heden is dit rapport echter nog niet verschenen.
Spr. zou gaarne vernemen, waarom het nog niet aan den
Raad is overgelegd.
De VOORZITTER antwoordt, dat het rapport niet
voldeed aan de eischen. Er is toen een aanvullende
schatting geweest. Het nieuwe rapport zal in de eerst
volgende vergadering aan den Raad worden overgelegd.
De heer MABELIS merkt nog op, dat in de zooeven
genoemde memorie van toelichting ook sprake is van
„verliezen bij verkoopen". Spr. vraagt, hoe die verliezen
ontstaan.
De VOORZITTER zegt, dat dit in de memorie van
toelichting niet zuiver is uitgedruktalleen de verliezen
zijn medegeteld. Over het algemeen wordt de grond niet
met verlies verkocht.
Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat men de zaak
pas kan beoordeelen als het geheele complex verkocht is.
Daarop wordt conform het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders besloten.
23a. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
vaststelling van het 45ste ontwerp-besluit tot wijziging
van de begrooting der Gemeente voor het dienstjaar 1941.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereen
komstig besloten.