27 JUNI 1941. 175
I
gelegen aan de Rijnstraat e.o.) te verkoopen tegen f 1.—
per M2. (Bijlagen 1941, no. 123).
Zonder eenige bedenking wordt overeenkomstig
dit voorstel besloten.
42 Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
wijziging van de verordening regelende de rangen enz.
van de ambtenaren van politie (Bijlagen 1941, no. 125).
De VOORZITTER merkt op, dat dit voorstel even
vóór de vergadering begon gecyclostyleerd op de tafels
der leden is gelegd en vraagt, of iemand der leden hier
tegen eenige bedenking heeft.
De heer KOOIJMAN vindt deze oplossing niet fraai.
Het gaat z.i. niet aan, in een verordening, welke reeds
jarenlang bestaat, nu nog een overgangsbepaling op te
nemen.
De VOORZITTER acht dit geen bezwaar; het kan
best voorkomen, dat zich jaren later nog iets voordoet,
dat beter in een overgangsbepaling kan worden geregeld.
De heer KOOIJMAN vindt het voor den ambtenaar in
kwestie niet aangenaam, dat nog jarenlang uit deze ver
ordening zal blijken, dat hij is teruggezet.
De VOORZITTER zegt, dat er van terugzetting geen
sprake kan zijn. Men achtte het beter bedoelden ambtenaar
in een andere functie te plaatsenhij behoudt hetzelfde
salaris.
De heer KOOIJMAN merkt op, dat hij niet dezelfde