196 29 JULI 1941. zal het 't beste zijn, den volgenden keer andere heeren tot schatter te benoemen. Echter is er thans en voor de eerstvolgende jaren geen reden tot ongerustheid, aangezien de gevormde reserve volkomen toereikend is om het verschil tusschen boek- en taxatiewaarde op te vangen. Het schrijven van Burgemeester en Wet houders wordt hierop zonder verdere bedenking voor kennisgeving aangenomen. 19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het uit het Grondbedrijf nemen van voor arbeiderswoning bouw gebruikte gronden (Bijlagen 1941, no. 134). Wordt conform besloten. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan van een overeenkomst met den Staat der Nederlanden inzake de financiering van de doorbraak in de binnenstad (Bijlagen 1941, no 128). Wordt conform besloten. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot intrekking van het crediet voor verbreeding van een gedeelte van den Boeimeersingel (Bijlagen 1941, no. 126). De heer WINKELHAGE vindt het jammer, dat Burge meester en Wethouders thans meenen, den Boeimeersingel niet te moeten verbeteren. De politiepost is er verplaatst, waardoor de toestand ter plaatse min of meer verwaarloosd aandoet. Voor een stad als Breda en op dit vrij belangrijke verkeerspunt, is dat toch niet te tolereeren. Spr. zou dan ook gaarne zien, dat Burgemeester en Wethouders het verleende crediet ter beschikking hielden, om, zoodra de tijdsomstandigheden verbeteren, den Boeimeersingel op te knappen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 196