198 29 JULI 1941. 2 jaren op het terrein stadsvuil is gestort, dat inmiddels grootendeels is vergaan. Door eenvoudige bewerking kan daaruit een goede compost worden vervaardigd. De voorraad is zoo groot, dat deze bewerking gemakkelijk een paar jaren kan worden voortgezet. Juist in dezen tijd, nu de landbouwers zoo moeilijk aan meststoffen kunnen komen, acht het College het onverantwoord een dergelijke hoeveelheid meststoffen ongebruikt te laten liggen. Een tweede voordeel is, dat de compostverwerking opdestort- terreinen ruimte geeft voor de berging van nieuwe afval stoffen. Over de rentabiliteit kan moeilijk een nadere mededeeling worden gedaan, aangezien b. v. de verkoops prijzen nog niet zijn vastgesteld. De mogelijkheid is aanwezig, dat de Gemeente er geld bij zal moeten leggen, doch Spr. acht dit bezwaar niet groot, nu hoogere belangen hier ook een rol spelen. Indien de schaarschte aan kunstmest nog eenigen tijd aanhoudt, zal de rentabiliteit wel verzekerd zijn. De heer ELICH heeft er geen bezwaar tegen, als de exploitatie eenig nadeel zou opleveren, doch het zou hem gemakkelijker vallen, daarover heen te stappen, als eeniger- mate kon worden aangegeven, hoe groot het nadeel maximum zou kunnen zijn. Een betrekkelijk eenvoudige berekening moet dit toch kunnen uitwijzen. Spr. betreurt het daarom, dat Burgemeester en Wethouders geen cijfers kunnen noemen. Wethouder STRUIKEN kan zich het bezwaar van den heer E 1 i c h begrijpen, doch wijst erop, hoe moeilijk het is, hier cijfers te verschaffen. Alles hangt van de omstan digheden af. Zoodra er b. v. weer kunstmest beschikbaar is, zullen de landbouwers de compost niet meer in dezelfde mate willen afnemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 198