202
29 JULI 1941.
De heer PLEIJTE verklaart, dat de vorige Sprekers
ook zijn meening hebben uitgesproken en wenscht zich
daaraan te refereeren.
De VOORZITTER zegt met voldoening te constateeren,
dat de Raad algemeen van oordeel is, het door Gedepu
teerde Staten voorgelegde plan van grenswijziging te
kunnen aanvaarden. Dat daarnaast nog eenige wenschen
overblijven, spreekt bijna vanzelf. Zoo zal het voor Breda
van zeer groot belang zijn, de stortplaats van de gemeente-
reiniging onder eigen gebied te krijgen. Zou dit niet het
geval worden, dan zal aanstonds naar andere terreinen
moeten worden omgezien, hetgeen, behalve de moeilijkheid
van het vinden eener geschikte plaats, ook zeer kostbaar
zal worden. Dit is aldus een levensbelang voor Breda.
Ook de andere, in het prae-advies nader aangeduide
gronden zijn voor Breda van groot belang, n.l. voor het
vestigen van industrieën. Nu de Raad de zienswijze van
Burgemeester en Wethouders blijkt te deelen, zullen zij
deze amendementen op het voorstel van Gedeputeerde
Staten onmiddellijk ter kennis van dat College brengen.
Spr. hoopt, dat het plan alsnog dienovereenkomstig kan
worden gewijzigd.
Vervolgens wordt conform het prae-advies
van Burgemeester en Wethouders besloten.
33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
vaststelling van het 57e ontwerp-besluit tot wijziging van
de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1941.
Wordt conform besloten.
34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
het verleenen van eervol ontslag aan Dr. J. E. v. d.
Arend als leeraar aan het Gymnasium (Bijlagen 1941,
no. 150).
Wordt conform besloten.