208 29 JULI 1941. De heer BEUKERS acht den opzet van Van Ierssel zonder een dergelijke garantie dan toch wel zeer wankel. Wethouder STRUIKEN moet dit eenerzijds beamen, doch geeft anderzijds te kennen, dat, wilde men van alle factoren bij den opzet volstrekt zeker zijn, zooals dat in normalen tijd het geval kon zijn, er dan zeker nu geen gastankstation zou komen. Spr. geeft de Raad in overweging het voorstel van Burgemeester en Wethouders goed te keuren. Besloten wordt aan H. C. J. van Ierssel c.s. een geldleening van f17.000, - voor de oprichting en inbedrijfstelling van een gastank station te verstrekken waartoe de benoodigde grond door de Gemeente zal worden beschikbaar gesteld tegen een rentepercentage, niet hooger dan dat hetwelk de Gemeente voor het benoo digde geld zal hebben te betalen de gelden af te lossen in 3 gelijke jaartermijnen met mogelijk heid van versnelde aflossing en voorts onder nadere door Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden. Vervolgens deelt de VOORZITTER mede: a. dat het hek bij het urinoir in de nabijheid van de Gasbrug, waarover in de vorige vergadering werd geklaagd, inmiddels is hersteld; b. dat de baddings, die oorspronkelijk op den voorkant van de trottoirs van de Bosschebrug waren gespijkerd, thans tegen den voorkant daarvan zijn aangebracht, zoodat de wielrijders daarvan thans geen hinder meer kunnen ondervinden c. dat de kolenprijs zoodanig is, dat de electriciteits-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 208