28 AUGUSTUS 1941. 217 straatnamen eenige zijn, die moeilijk klinken, zooals „Héraugière-straat". Dit zal vooral moeilijkheden mede brengen voor menschen van buiten de stad. Spr. vraagt, of men geen eenvoudiger namen kan ontwerpen. De VOORZITTER antwoordt, dat er naar is gestreefd aan de aan te leggen straten namen te geven van personen, die zich in het verleden voor stad of gewest verdienstelijk hebben gemaakt. Daarbij kan niet worden vermeden, dat de een of andere naam eens wat moeilijk is uit te spreken. In andere steden, b.v. Den Haag, komt dit ook wel voor: Laan Copes van Cattenburch, de Perponcherstraat enz. Dit mag echter geen overwegend bezwaar zijn om dien naam te geven. De heer BRANTJES blijft het een groot bezwaar achten het leidt tot verbastering van den naam; men ondervindt het hier met de Lachappellestraat. Spr. vindt b.v. Mencia de Mendozastraat een naam, die voor het publiek lastig is uit te spreken. De VOORZITTER zegt, dat dit in de practijk geen moeilijkheden zal opleveren; men zal eenvoudig spreken van „de Mendozastraat". De heer MABELIS heeft het in hooge mate verblijd, aan het geven van de voorgestelde namen te mogen mede werken. Spr. vindt die namen buitengewoon mooi. Zij zullen er ongetwijfeld toe bijdragen de kennis van de roemrijke geschiedenis van stad en gewest verder te ver breiden en aldus verheffend werken. De VOORZITTER deelt nog mede, dat eerlang een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 217