220 28 AUGUSTUS 1941. meester Van Sonsbeeck, niet maar een phrase waren en dat de geschiedenis van onze geliefde stad Breda ge durende deze laatste 5 jaren heeft geleerd, dat die verheu genis volkomen juist was. Bij Uwe installatie hebt U ons de verzekering gegeven, dat Gij U geheel zoudt wijden aan den arbeid, die U stond te wachten, en dat hebt Gij inderdaad gedaan. In dit verband denken wij allereerst aan de verbetering van de sociale verzorging van werklooze en steuntrekkende bewoners onzer stad, die dank zij des Burgemeesters arbeid en vlijt is tot stand gekomen. Ook het door U, Mijnheer de Voorzitter, in Uwe in stallatierede naar voren gebrachte vraagstuk van het verkeer» zoowel in de stad als ten behoeve van de verbinding met groote verkeersaderen, is door U en onder Uwe leiding met gcooten ijver en gunstig resultaat aangepakt en de oplossing van dat vraagstuk door de geprojecteerde door braak, rondweg, weg naar Beek enz. zal, als de daarvoor noodzakelijke werken geheel zijn uitgevoerd, blijken uit stekend te zijn. Ook het derde, door U toenmaals met name genoemde vraagstuk, namelijk dat van eene goede oplossing van de grenzen der stad, zal, als niet alle teekenen bedriegen, binnen zeer korten tijd geheel in Uwen, door ons allen gedeelden geest zijn opgelost, dank zij Uwe leiding. Het is ons een genoegen geweest aan die genoemde oplossingen en aan die tallooze andere werkzaamheden, die ik hier niet zal vermelden, onzen steun te kunnen geven in aangename samenwerking onderling, met U, Mijnheer de Voorzitter, en met de Heeren Wethouders, wier arbeid en leiding wij ook zeer op prijs gesteld hebben, en dat alles onder Uwe prettige leiding van onze vergaderingen. Ook den heer Gemeente-Secretaris en het personeel der Secretarie willen wij dankzeggen voor de prettige en vlotte wijze, waarop zij ons, desgevraagd, van voorlichting hebben gediend. Tenslotte, Mijnheer de Voorzitter, spreek ik namens ons

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 220