De heer HEER vraagt,of er gevaar bestaat,dat zy binnenkort zullen worden af
gekeurd.
De VOORZITTER antwoordtdat het nog niet zóó erg met de woningen is gesteld.
Spr.vraagt,of de Raad er mede accoord gaat,dat de wonin
gen v/orden verkocht,dan zal hy straks in de openbare ver
gadering het voorstel daartoe doen.
Niemand der leden geeft hiertegen eenige beden
king te kennen.
Daarop wordt de vergadering door den VOORZITTER gesloten.
De Voorzitter,
- 3 -