De heer HEER vraagt,of er gevaar bestaat,dat zy binnenkort zullen worden af gekeurd. De VOORZITTER antwoordtdat het nog niet zóó erg met de woningen is gesteld. Spr.vraagt,of de Raad er mede accoord gaat,dat de wonin gen v/orden verkocht,dan zal hy straks in de openbare ver gadering het voorstel daartoe doen. Niemand der leden geeft hiertegen eenige beden king te kennen. Daarop wordt de vergadering door den VOORZITTER gesloten. De Voorzitter, - 3 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 225