14 JANUARI 1941. 23 werkloosheid en steuntrekkenden, waaruit schijnt te blijken, dat 1940 minder erg was dan 1939. Uwe mededeelingen, betreffende de gemeente-diensten en -bedrijven, hebben onze volledige belangstelling, evenals die betreffende de distributie-regeling. Met U, Mijnheer de Voorzitter, zullen wij ons best doen, onze veerkracht te behouden, den onderlingen band ver stevigen en eendrachtig samenwerken voor het heil van Breda en hare bevolking onder God's zegen en onder Uw gewaardeerd beleid. Tot slot, Mijnheer de Voorzitter, spreek ik ook voor 1941 onze beste wenschen uit voor Mevrouw Van Slobbe en Uwe Kinderen; ik hoop, dat het ingetreden jaar voor U en de Uwen een in alle opzichten gezegend jaar moge zijn. De VOORZITTER dankt den heer Pleijte. Vervolgens stelt hij voor, van de volgorde der agenda af te wijken en te beginnen met de behandeling van punt 60 der agenda. Daartoe wordt besloten. 60. Beëediging van den plaatsvervangend gemeente-ontvan ger A. W. Ver leg h. Nadat de heer V e r 1 e g h door den bode is binnengeleid, worden door hem in handen van den Voorzitter afgelegd de eeden, voorgeschreven in artikel 115 der Gemeentewet. Daarna verlaat de heer V e r 1 e g h de verga dering. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde: 1. Vaststelling van de notulen der vergadering van 7 No vember 1940.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 23