30 14 JANUARI 1941. jubilea (Bijlagen 1940, No. 190), aangehouden in een vorige vergadering: met een schrijven van Burgemeester en Wet houders, houdende inlichtingen omtrent de voorgeschiedenis van deze aangelegenheid (Bijlagen 1940, No. 205). De heer SPOELDER zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Allereerst moge ik hier opmerken, dat ik ten aanzien van deze kwestie in onze vergadering van 7 November 1.1. wel wat scherp uit de slof geschoten ben, maar ik moge er aan stonds bij zeggen, dat van allen, zooals wij hier bij elkaar zitten, er niemand meer spijt van heeft dan ikzelf. Ik ben dankbaar voor het door Burgemeester en Wethou ders gegeven overzicht. Het zou echter heel wat duidelijker zijn geweest, indien daarbij de briefwisseling van het College met den heer Van Aalst was overgelegd geworden. Om de zaak tot de juiste proporties terug te brengen, acht ik het noodig, de voorgeschiedenis er hier ook bij te betrekken. Ongeveer een half jaar vóór de evacuatie werd Van Aalst, na 4 weken geteekend te hebben aan een pracht ontwerp voor een nieuwe keten voor den Burgemeester, welke door enkele notabelen der stad gschonken zou worden, gezegd door den Secretaris: Jij maakt den penning voor de ambtenaren als vergoeding voor je tijd en dezen penning betalen wij uit de receptie's ten Stadhuize." Een maand na de evacuatie werd aan den Raad der Gemeente een crediet gevraagd voor een nieuwe keten van den Burgemeester, omdat deze keten verdwenen was. Hiervan stond de teekening in de leeszaal op het Stadhuis, welke teekening door Begeer ingediend was. Na den Secretaris hierover opgebeld te hebben, was het antwoord: ,,Die keten gaat niet door, omdat oud-Burgemeester Van Sonsbeeck zijn keten aan de stad zal schenken." Op de vraag, waarom het ontwerp-Begeer nu ten toon stond, werd gezegd, dat de keten volgens ontwerp-Van Aalst te duur was en dat hij goedkooper moest zijn, omdat de Ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 30