14 JANUARI 1941. 43 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van credieten voor het maken van een duiker met hoogwaterafsluiting en van afwateringswerken in verband met het omleggen van de Zaanmark (Bijlagen 1940, No. 215). De heer MABELIS gelooft, dat van al de rivieren, welke Breda's veste omspoelen, er niet een is, waarmede de Raad zoo vele malen te doen heeft gehad als de Zaanmark. Men heeft haar overkoepeld, overkluisd, verlegd en weer omge legd; men heeft er zinkers en rattenvangers in aangebracht en thans komen Burgemeester en Wethouders weer met een voor stel tot het maken van waterwerken in verband met de om legging van dit riviertje. Toen in Juni j.l. tot het doen om leggen van de Zaanmark besloten werd, dacht men er vanaf te zijn. Thans moet er weer een uitgaaf van 6000, worden gedaan om te beletten, dat de Boeimeer onder water loopt. Spr. zou dan ook willen vragen: Komen wij dan nooit van die rivier af? Was verleden jaar dan niet te voorzien, dat dit kunstwerk moest worden aangebracht? Het wil hem voorkomen, dat, wanneer de plannen tot omlegging toen zorg vuldig van a tot z waren voorbereid, dit ineens tot stand had kunnen komen. Spr. vreest, dat, als deze zaak niet beter is voorbereid, men straks weer voor verrassingen zal komen te staan. De VOORZITTER brengt in herinnering, dat de Zaan mark eertijds uitmondde op de Boven-Mark. De uitbreiding van Klein-Boeimeer noopte er toe de uitmonding te verleggen, doch al spoedig werd het in verband met de verder voort schrijdende exploitatie van de Boeimeer noodzakelijk den be nedenloop van het riviertje nog meer terug te brengen. Aan vankelijk lag het in de bedoeling de Zaanmark geheel naar het Zuiden te verleggen, maar aangezien dit op groote moei lijkheden stuitte, is men ten slotte gekomen tot een aftakking naar de Aa of Weerijs. De Zaanmark ging daardoor van het eene waterschap in het andere over. Dit gaat niet zoo ge makkelijk. Het riviertje, dat oorspronkelijk onder het Water-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 43