50 14 JANUARI 1941. verzoekt Spr. alsnog de gelegenheid daartoe open te stellen. Hij vermoedt namelijk, dat er nog een groot aantal burgers is, dat zich nog wil laten inschrijven. Voorts zegt Spr., dat hij de vergoeding per portie niet te hoog vindt, maar voor een groot gezin wordt het toch een tamelijk hoog bedrag. Wan neer in zulk een gezin een maaltijd wordt bereid, kost deze geen 13 cent per persoon. Spr. zou daarom willen vragen, of de mogelijkheid bestaat, de vergoeding voor groote gezinnen op een lager bedrag te stellen. De VOORZITTER deelt mede, dat gisteren op twee plaatsen in de stad een gaarkeuken geopend is. Er zijn nu reeds 900 a 1000 deelnemers. In totaal zullen er 9 gaar keukens komen. Spr. heeft er op aangedrongen, de inbedrijf- stelling te bespoedigen. Men kan zich nu al voor deelneming aan deze voedselverstrekking opgeven. Hieraan zal binnen kort openbaarheid worden gegeven. De bedragen der vergoeding ad 13 en 25 cent per portie zijn van overheidswege vastgesteld; daaraan valt dus niet te tornen. Degenen, die vroeger door de Stichting „Voedsel voorziening" van warme maaltijden werden voorzien, krijgen die thans via de gaarkeukens a 2 ct. per portie. Er is te be- voegder plaatse op aangedrongen, de Stichting „Voedselvoor ziening", welke thans bij de gaarkeukens is ingeschakeld, in staat te stellen meer porties a 2 ct. uit te reiken. De heer MEIJVIS vraagt, welke maatstaf wordt aangelegd om te bepalen, wie 13 ct. en wie 25 ct. per portie moeten betalen. De VOORZITTER antwoordt, dat zij, die in het bezit zijn van een vetkaart, 13 ct. en zij, die een boterkaart bezitten, 25 ct. per portie moeten betalen. Dit is zoo van Rijkswege vastgesteld. De heer HEER zegt, dat hij zooeven niet het oog had op degenen, die behooren tot de categorie, welke voor warme

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1941 | | pagina 50